Meldingsplicht WMCO

Aanscherping regels voor collectief ontslag Op 1 maart 2012 gelden nieuwe regels voor melding van collectief ontslag. Kort gezegd dient een werkgever die overweegt twintig werknemers (binnen drie maanden) te ontslaan dit aan de vakbonden en het UWV WERKbedrijf te melden. Deze regel was van toepassing op vergunningsaanvragen en ontbindingsverzoeken. De wetgever heeft besloten dat ook het ontslag met wederzijds goedvinden via een vaststellings- of beëindigingovereenkomst vanaf 1 maart 2012 onder de Wet melding collectief ontslag (WMCO) valt. Dit heeft tot gevolg dat voor de werkgever vaker een meldingsplicht zal ontstaan. De aangepaste wet bevat daarnaast forse sancties voor werkgevers die in strijd met de WMCO handelen, dit kan onder andere leiden tot vertraging van de ontslagprocedure, een boete of “ontslagen” werknemers die in dienst blijven.

Achtergrond

De WMCO is gebaseerd op Europese richtlijnen over collectief ontslag en heeft enerzijds tot doel om werknemersorganisaties in de gelegenheid te stellen overleg te voeren over de omvang van de ontslagen, het verzachten van de financiële gevolgen, bijvoorbeeld door het opstellen van een sociaal plan en werkloosheid te voorkomen. Anderzijds wordt de overheid in de gelegenheid gesteld maatregelen te treffen om werkloosheid te voorkomen.

De werkgever zal met de vakbonden om de tafel moeten gaan zitten om te overleggen en het aantal ontslagen proberen te reduceren. Overeenstemming wordt niet vereist. De richtlijnen definiëren “collectief ontslag” als: “het ontslag door een werkgever om één of meer redenen die geen betrekking hebben op de persoon van de werknemer”.

In de Europese regelgeving is bepaald dat andere vormen van beëindiging van de arbeidsovereenkomst die uitgaan van de werkgever gelijk worden gesteld met ontslag.

Beëindiging van de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden via een vaststellings- of beëindigingovereenkomst vindt doorgaans plaats op initiatief van de werkgever en valt daarmee onder de reikwijdte van de richtlijn. De Nederlandse wetgever vond het tijdens de invoering van de WMCO niet nodig om de meldingsplicht in te voeren bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden via een vaststellings- of beëindigingovereenkomst, omdat deze vorm van ontslag destijds nauwelijks voorkwam.

Dit betekent dat de huidige regelgeving afwijkt van de Europese richtlijn inzake collectief ontslag. Werkgevers kunnen momenteel de meldingsplicht omzeilen door met een deel van de werknemers een vaststellings- of beëindigingovereenkomst te sluiten, zodat het aantal ontslagen onder de 20 blijft.

Vanaf 1 maart 2012 wordt het verschil in wetgeving opgeheven en treedt de nieuwe WMCO in werking, waardoor ook voor beëindiging van de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden een meldingsplicht ontstaat. Als gevolg van deze wijziging zal het voor de meldingsplicht niet langer uitmaken langs welke route een werkgever de ontslagen wil realiseren.

Sancties

Het UWV WERKbedrijf ziet toe op de naleving van de WMCO. Op 1 maart 2012 gelden de volgende sancties voor het niet melden van collectief ontslag en kan het niet naleven van de WMCO de werkgever duur komen te staan:

  • Ten eerste zal het UWV WERKbedrijf de ontslagprocedure vertragen door één maand extra wachttijd in acht nemen bij het behandelen van de ontslagaanvragen zolang niet aan de meldingsplicht is voldaan, waardoor de reorganisatie vertraging oploopt en bezuinigingen op personeelskosten door ontslag van werknemers niet direct kunnen worden doorgevoerd;
  • Ten tweede kan het UWV WERKbedrijf besluiten de ontslagaanvragen niet in behandeling te nemen;
  • Ten derde kan de werknemer zes maanden na de opzegging of overeenkomst tot beëindiging van zijn arbeidsovereenkomst het ontslag vernietigen (ongedaan maken), als de werkgever niet heeft voldaan aan zijn meldingsplicht of de vakbonden niet heeft geraadpleegd, waardoor de “ontslagen” werknemer in dienst is gebleven en de werkgever alsnog zijn loon moet doorbetalen;
  • Ten vierde kan het UWV Werkbedrijf boetes opleggen.

Conclusie

Nu vanaf 1 maart 2012 ook het ontslag met wederzijds goedvinden via een vaststellings- of beëindigingsovereenkomst onder de werking van de WMCO valt, maakt het voor de meldingsplicht van de werkgever bij collectief ontslag niet langer uit langs welke weg ontslag plaatsvindt. De werkgever zal in beginsel altijd een meldingsplicht hebben indien hij voornemens is 20 werknemers te ontslaan. De nieuwe regels van de WMCO bevatten forse sancties op schending van de meldingsplicht. Dit betekent dat de werkgever beter het zekere voor het onzekere kan nemen bij reorganisatie en dient vast te stellen of hij een meldingsplicht heeft, om zo min mogelijk vertraging op te lopen en geen risico te lopen op een boetes of doorbetaling van loon aan “ontslagen” werknemers die achteraf toch in dienst zijn gebleven.

Top