Rapportageplicht persoonsgebonden mobiliteit werknemers voor grote werkgevers

Vanaf 1 januari 2024 gaat naar verwachting een rapportageplicht gelden voor zakelijke en woon-werkverkeer van werknemers voor grote werkgevers. In het Klimaatakkoord is het doel gesteld de CO2-emissies door zakelijk verkeer en woon-werkverkeer met 1 megaton te verlagen in 2030, om zo de schadelijke gevolgen van de uitstoot van CO2 terug te dringen. Jaarlijks zullen grote werkgevers met 100 of meer werknemers verplicht worden om uiterlijk 30 juni de reizigerskilometers van de werknemers van het voorgaande jaar door te geven. Het betreft reizigerskilometers waarvoor een financiële vergoeding of waarvoor een fiets, een voertuig of een OV-abonnement ter beschikking wordt gesteld door de werkgever. Wat houdt deze registratieplicht precies in en wat wordt er van grote werkgevers verwacht? In deze Legal Update gaat Marieke Noort hierop in.

 

Grote werkgevers worden binnenkort verplicht gegevens aan te leveren over woon-werk en zakelijk verkeer van werknemers. In het Nederlandse klimaatbeleid is het doel gesteld om de CO₂-emissies door werkgebonden personenmobiliteit in 2030 met 1 megaton te verlagen. In 2050 moet het verkeer op de weg emissievrij zijn. Door middel van een wijziging van het Besluit activiteiten leefomgeving, ter uitvoering van de Omgevingswet, zullen werkgevers worden verplicht te rapporteren over zakelijke mobiliteit. Op basis van de gegevens zal het ministerie monitoren of de CO₂ reductie van 1 megaton in 2030 gehaald gaat worden. Indien in 2025 blijkt dat de emissies niet onder het plafond zijn gebleven zal een wettelijke norm in werking treden voor zakelijke mobiliteit.[1] Het voornoemde Besluit beoogt de negatieve klimaateffecten van werkgebonden personenmobiliteit (zakelijke en woon-werkmobiliteit) terug te dringen. Het betreft één van de maatregelen die in 2019 zijn afgesproken in het kader van het Klimaatakkoord.

 

Reikwijdte

Het betreft grote werkgevers, dat wil zeggen ondernemingen of rechtspersonen met meer dan 100 werknemers in dienst. Werknemer wordt gedefinieerd als degene die krachtens arbeidsovereenkomst of publiekrechtelijke aanstelling gehouden is tot het verrichten van ten minste twintig uur betaalde arbeid per maand. Oproepkrachten (nuluren) en deeltijdcontracten met minder dan twintig uur vallen dus buiten de regelgeving. Gedetacheerden tellen niet mee bij de organisatie waar ze gedetacheerd zijn maar wel bij de organisatie waar ze een arbeidsovereenkomst mee hebben. Ook vrijwilligers vallen niet onder de reikwijdte, een onkostenvergoeding geldt niet als betaalde arbeid.[2] Buitenlandse ondernemingen vallen ook onder de regelgeving, voor zover de vestigingen in Nederland in totaal ten minste 100 werknemers hebben. De regelgeving gaat ook gelden voor publiekrechtelijke rechtspersonen, zoals onder meer de Staat, gemeenten en provincies.[3]

 

Reizigerskilometers

Jaarlijks dienen de gegevens op 30 juni aangeleverd te worden over het daaraan voorafgaande kalenderjaar. De rapportageplicht geldt alleen voor het laten reizen van werknemers waarvoor de organisatie een financiële vergoeding verstrekt of waarvoor een fiets, bromfiets, scooter, motorvoertuig of vervoersbewijs voor openbaar vervoer aan de werknemers ter beschikking wordt gesteld. De werkgever moet gegevens verstrekken over het aantal reizigerskilometers voor woon-werkverkeer en zakelijke mobiliteit, de gebruikte vervoersmiddelen en het brandstoftype. Hier is voor gekozen omdat werkgevers in principe al over deze gegevens beschikken.[4]

De gegevens omvatten gegevens over de desbetreffende organisatie, het aantal werknemers op 1 januari van het kalenderjaar en de gebruikte reismodaliteiten waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen het openbaar vervoer, per fiets of te voet, per bromfiets of scooter en per motorvoertuig. Voor de reismodaliteiten bromfiets of scooter en motorvoertuig moet onderscheid worden gemaakt tussen de gebruikte brandstof of andere voeding van de motor en het aantal reizigerskilometers. Er dient ook een onderscheid aangebracht te worden tussen zakelijke mobiliteit en woon-werkverkeer. Reizigerskilometers afgelegd met vliegtuigen, helikopters, vaartuigen (de pont) en werktuigen (hijskranen, shovels, tractoren, etc.) zijn uitgezonderd. Reizen met voertuigen die zijn bedoeld voor het vervoeren van goederen of dieren, hulpverleningsdiensten en militair gebruik zijn uitgezonderd, alsmede reizen door bestuurders en controleurs in het openbaar vervoer.[5]

De gegevens worden aangeleverd via een digitaal platform die de CO₂-emissie per reizigerskilometer voor elke reismodaliteit en per gebruikte brandstof berekent. Het formulier zal naar verwachting in het tweede kwartaal van 2023 beschikbaar zijn.[6] Er is een uitzondering opgenomen voor organisaties waarvan in het kalenderjaar waarover gegevens verstrekt moeten worden, en het daaraan voorafgaande kalenderjaar, de CO₂-emissie als gevolg van woon-werkmobiliteit en zakelijke mobiliteit niet hoger is dan 3 gram per reizigerskilometer.[7]

 

Inwerkingtreding en toekomst

De regelgeving treedt naar verwachting in werking op 1 januari 2024, op uiterlijk 30 juni 2024 kunnen dan vrijwillig de gegevens over 2023 worden ingediend. Uiterlijk 30 juni 2025 moeten verplicht de gegevens worden verstrekt over 2024.[8]

Een belangrijke maatregel om de CO2-uitstoot terug te dringen is het verduurzamen van uw mobiliteitsbeleid. Zo kunt u als werkgever in de administratie rekening kunnen houden met dagen waarop de werknemer thuiswerkt, alsmede het faciliteren en stimuleren hiervan. Ook kunt u bijvoorbeeld in geval van zakelijk verkeer van werknemers met een door u verstrekte leaseauto de zakelijke reizigerskilometers en woon-werkverkeer registreren. Daar zou u alvast mee vooruit kunnen lopen op de invoering van bovenstaande regelgeving.

 

[1] Dit zal waarschijnlijk worden geëvalueerd in 2026 op basis van de gegevens over 2024 en 2025, de ontwerpregelgeving zou namelijk oorspronkelijk in werking treden op 1 januari 2023. De wettelijke norm gaat waarschijnlijk pas gelden vanaf 2027 of later (https://www.co2reductiemobiliteit.nl/).

[2] Art. 18.1 Ontwerp Besluit tot wijziging van het Besluit activiteiten leefomgeving en het Omgevingsbesluit in verband met het beperken van emissies van kooldioxide door werkgebonden personenmobiliteit, Kamerstukken II 2021/22, 33118, nr. 231.

[3] Nota van toelichting, bijlage bij: Kamerstukken II 2021/22, 33118, nr. 231.

[4] Nota van toelichting, bijlage bij: Kamerstukken II 2021/22, 33118, nr. 231.

[5] Nota van toelichting, bijlage bij: Kamerstukken II 2021/22, 33118, nr. 231.

[6] Zie: https://www.co2reductiemobiliteit.nl/

[7] Ontwerp Besluit tot wijziging van het Besluit activiteiten leefomgeving en het Omgevingsbesluit in verband met het beperken van emissies van kooldioxide door werkgebonden personenmobiliteit, Kamerstukken II 2021/22, 33118, nr. 231.

[8] Zie: https://www.co2reductiemobiliteit.nl/werkgevers/

Top